100 jaar familiecontact tussen Nederland en Amerika
De jaren voor de Eerste Wereldoorlog zijn economisch gezien barre tijden. Veel mensen in onze streek gaan in het toenmalige Koninkrijk Pruissen werken en wonen. Ook Amerika heeft een grote aantrekkingskracht.
21 maart 1912, honderd jaar geleden dus, emigreerden Antoon Bongers en Theodora Verberk met hun zes dochters en twee zonen vanuit Haps naar Little Chute in de staat Wisconsin. Om drie jaar later, herfst 1915, in hun nieuwe hometown Faribault, Minnesota neer te strijken.
In het voorjaar van 2000 kom ik toevalligerwijze in contact met een achterkleindochter van Antoon Bongers, de Amerikaanse Barbara Bongers Ingram. We zijn nog ´ver weg´ familie van elkaar want Antoon Bongers is een oom van mijn grootmoeder Petronella (Nel) Maria Bongers.
Nu heeft men in Amerika volgens mij een compleet ander begrip van familie dan wij in Nederland. Dat heeft mogelijk te maken met het feit dat de meeste families pas enkele generaties in het land wonen en de onderlinge banden veel meer in stand worden gehouden dan bij ons. In Nederland weten we nog wel wie onze neven en nichten zijn, maar in de meeste gevallen zijn de kinderen één generatie verder volkomen vreemden van elkaar. Zo niet in Amerika, daar spreekt men vaak nog over cousins (neven en nichten) terwijl voor ons gevoel de familieband dan al flink verwaterd is. Barbara en ik zijn third cousins; achterkleinkinderen van Martinus Bongers (* Mill 1831; + Beugen 1905).
Barbara en ik meenden in 2000 de in 1912 verbroken band te hebben hersteld. Al pratend en informatie delend kwamen wij er echter achter dat in al die jaren er tal van contacten tussen beide zijden van de Atlantische oceaan zijn geweest.
Zo bleken er foto’s te zijn van een bezoek van Antoon Bongers aan zijn broers in Haps rond 1928. Mijn vader Sjef Roefs herkende John Ernste, een schoonzoon van Antoon Bongers van een foto. John Ernste keerde in 1947 voor een maand terug naar Nederland om te zien hoe de familie de oorlog was doorgekomen. Hij bezocht daarbij niet alleen zijn eigen familie in het Land van Maas en Waal maar ook die van zijn echtgenote Marie Bongers Ernste in de omgeving van Haps en Mill. Zo kwam hij ook bij mijn oma Nel Bongers en opa Jan Roefs in Langenboom op bezoek. Mijn vader (toen 12 jaar) had het bezoek van deze verre neef goed weten te onthouden, omdat John Ernste een grote gelijkenis had met de toenmalige president Truman. Dat beeld werd door zijn John Ernste jr. in een e-mail aan mij bevestigd al gaf hij wel aan dat zijn vader véél belangrijker was geweest dan de president.
En verder het bezoek van mijn grootmoeder aan haar twee dochters Riek van der Linden-Roefs en Pieta Jacobs-Roefs in 1964. Mijn grootvader was kort daarvoor overleden aan de gevolgen van een verkeersongeval op het kruispunt in Grave en mijn oma besloot om haar beide dochters in Whitby (Ontario, Canada) langdurig op te zoeken. Zij verbleef er ongeveer zes maanden. Toen haar neef Martin Bongers en nicht Marie Bongers Ernste van haar komst vernomen hadden, besloten die de bus te pakken en vanuit Minnesota (en dat is toch een best eind) hun Hollandse nicht nabij Toronto op te zoeken. Bij de eerste ontmoeting bleek er sprake van een taalbarrière. De kinderen hadden van jongs af aan Engels gesproken en beheersten het Nederlands niet meer zo goed. Toen er echter enkele woorden in het dialect gesproken werden, was de barrière meteen geslecht. En al is het niet veel, er zijn bij mijn tante in Canada van dit bezoek twee foto’s teruggevonden waarop deze bijzondere ontmoeting is vereeuwigd.
Barbara en ik zetten de traditie op onze eigen wijze voort. Sinds onze eerste ontmoeting in 2000 heb ik Barbara 3-4 keer te gast in huis gehad, de laatste keer in 2007.
In 2004 werd een “tegenbezoek” afgelegd naar Redmond bij Seattle in de staat Washington. Daar werden wij (mijn vrouw, mijn zoon en ik) aan familie en vrienden telkens voorgesteld als the cousins from Holland.
Helaas is haar man Tom Ingram in 2007, twee weken na het laatste bezoek aan ons in Nederland, aan de gevolgen van kanker overleden. En hoewel van “de kouwe kant” was juist ook hij een warm pleitbezorger van het onderhouden van de contacten met de familie in Nederland.
Dank zij de contacten met Barbara heb ik op digitale wijze andere leden van de Amerikaanse familie Bongers ontmoet, waaronder de eerder genoemde John Ernste jr. Hij heeft de verhalen die hij al weer meer dan 40 jaar geleden van zijn moeder hoorde op schrift gesteld om daarmee het verhaal van de emigratie en daarmee een klein stukje familiegeschiedenis voor het nageslacht vast te leggen. Wellicht de basis voor een nieuwe eeuw Atlantisch familiecontact? Op naar de bicentennial!