Betrokkenheid bij de gemeenschap en de toren van Escharen
Een gesprek met Wim van den Bogaard, ‘waakhond’ van het Antonius Abt Gilde
Het is op een warme zomeravond, dat ik om 8 uur op mijn fiets stap en in enkele minuten vanuit het Estersveld naar de Stoof peddel. Ik heb een afspraak met Wim van den Bogaard, sinds 22 juni koning van het Esterse Antonius Abt Gilde. Maar Wim is ‐ zo blijkt al snel ‐ meer. Hij is jaren hoofdman van het gilde geweest en wordt beschouwd als het culturele geweten van het gilde. Wim voelt zich prettig in zijn rol als ‘waakhond’, zoals hij het zelf noemt. Hij treedt daarmee in de voetsporen van gildebroeders als Karel Schel en Huub van Sambeek. Ik herinner mij Wim nog van zo’n vijftien à twintig jaar geleden. Druk met de verhuizing van het aloude gildeterrein tegenover bouwbedrijf Thijssen aan de Graafschedijk naar de Beerschemaasweg, de bouw van het nieuwe gildehuis aldaar en de niet aflatende zorg om leden voor het gilde te winnen. Duidelijk is dat zijn inzet en die van anderen zijn vruchten heeft afgeworpen. Tegenwoordig bestaat het gilde uit zo’n veertig leden, waarvan vierentwintig in uniform.
Bevestiging onderlinge band
“De gilden hebben een Oudgermaanse oorsprong. Mensen die gezamenlijke maaltijden houden en daarmee hun onderlinge samenleving en band bevestigen.
Weerbare mannen die niet alleen garant staan voor de fysieke bescherming van ‘huis en heerd’ maar ook voor de bescherming van (geloofs)normen en waarden.”
Met de komst van de kerk worden de van oorsprong heidense gilden gekerstend. Het Esters gilde gebruikt de naam van de agrarische gemeenschappen populaire
Sint Antonius Abt, beschermer van het huisvee.
“Later is – vanuit de Esterse bedevaart uit de zeventiende eeuw ‐ ook de maagd Maria als patrones aangenomen.” “Circa 1565 heeft het gilde een altaar in de Esterse kerk”, een heilige plaats voor offer en gebed om rampen te weren als brand, pest en andere besmettelijke ziekten. En hoewel er vandaag de dag geen eigen altaar meer is, bestaan de hieruit voortgekomen rituelen en gebruiken nog steeds. Koos Baltussen is wasbaas en verantwoordelijk voor de (was)kaarsen in geval van een overlijden van een der gildeleden.
“…Anders houd je het niet…”
De keuze in het verre verleden voor een andere heilige dan de parochieheilige Lambertus is misschien ookwel een subtiele wijze van het op afstand houden van het kerkelijk gezag. Weliswaar is het gilde daaraan, net als aan de wereldlijke overheid, ondergeschikt of onderdanig. Niet slaafs, maar juist als een groep van mondige mensen: ‘wij erkennen u, u erkent ons’. Het gilde kent daarmee van oudsher een grote mate van vrijheid. Deze drang naar vrijheid komt ook tot uiting in de stelregel dat regels er voor de mensen zijn en niet andersom. Meebewegen met de tekenen van de tijd is dan ook belangrijk. Het gilde is een van de eerste geweest waar vrouwen volwaardig lid van kunnen worden. “Dat is echt iets om trots op te zijn”, aldus Wim. “Je moet laten zien waar je voor staat, het hooghouden van traditie alleen is niet voldoende. Anders houd je het niet.”
Rolverdeling
Kerk en gilde zorgen eeuwenlang samen voor een ordelijke samenleving, al zijn er afwisselende periodes van toenadering en verwijdering. De kerk zorgt voor het geestelijke welzijn. De gildes staan voor de veiligheid van dorp en kerk. In Escharen organiseert het gilde in vroeger tijden de jaarlijkse kermis: de ker(k)mis op zondag, het koningschieten op maandag en de teer‐ of feestavond op dinsdag. Ook is er in het gilde veel aandacht voor werken van barmhartigheid zoals armenzorg, ziekenverpleging en ‐ tot op de dag van vandaag ‐ het begraven van de doden.
Toekomst zonder kerk?
Voor veel mensen geldt dat zij niet zijn opgevoed met de Bijbel. Zij staan wel in de lange christelijke traditie van hun ouders en voorouders. Er zijn daarmee veel geloofswaarden impliciet of latent aanwezig. Dit geldt zowel binnen de kring van het gilde als daarbuiten. Minder binding met de kerk, het teruglopende kerkbezoek leidt naar verwachting op termijn tot de sluiting van (dorps)kerken. Wat betekent dit voor het Esterse gilde? Blijft de eeuwenoude band tussen kerk en gilde bestaan?
“Een eventuele kerksluiting in Escharen zal niet ongemerkt voorbijgaan, maar het gilde gaat niet verloren”, denkt Wim. Het gilde verstaat immers de kunst om met de tijd en de mensen mee te bewegen. “Mogelijk dat de band met de kerk losser wordt, de gezamenlijke kernwaarden zullen blijven.” De wil om in gildeverband betekenisvol met elkaar om te gaan is, zo begrijp ik, iets wat tot in de vezels van de gildeleden zit. Als het ware een kwestie van genetica en de garantie voor het vinden van nieuwe vormen voor het voortzetten van de oude tradities en gebruiken.
De tijd vliegt. Ik keer rond het middernachtelijke uur weer huiswaarts. Ik bedank Wim voor een lang, interessant en enthousiasmerend gesprek. Ik moet uitkijken mij niet spontaan aan te melden als aspirant‐lid…
(oktober 2013)