Gratias ago

De kerken drukten in vroeger tijden een groot stempel op de samenleving. Naast haar primaire godsdienstige functie vervulden de kerken (en na de Vrede van Münster zeker ook de gereformeerde kerk als bevoorrechte kerk in de Noordelijke Nederlanden) ook op andere wijze een maatschappelijk ordenende functie. De site www.wierookwijwaterenworstenbrood.nl van het BHIC laat dat op een moderne wijze zien voor het (van oudsher) katholieke Brabant.

In de samenleving van lang geleden werden geen enquêtes gehouden of onderzoek gedaan naar de werkelijke geloofsbeleving van mensen. Ik denk ook niet dat je er verstandig aan deed om met je twijfel of ongeloof expliciet voor de dag te komen. We gaan er dus maar vanuit, dat onze voorouders allemaal braaf-gelovig waren zolang het tegendeel niet bewezen is. Ook de volkstellingen tot zo’n beetje 1900 gaven een overzichtelijk beeld: de Nederlandse bevolking behoorde overwegend tot een protestants of een katholiek kerkgenootschap, slechts een kleine groep rekende zich tot een andere gezindte. Binnen de protestantse stroming was het merendeel hervormd en een klein aandeel gereformeerd. Het was uitzonderlijk niet te behoren tot een kerkelijke gezindte.

Recentelijk berichtte het Centraal Bureau voor de Statistiek (1), dat voor het eerst een meerderheid van de bevolking in Nederland zich niet tot een religieuze groepering rekent. Anders gezegd, in 2017 gaf minder dan de helft (49 procent) aan tot een religieuze groep te horen. Een jaar eerder was dat nog 50 procent en in 2012 zelfs nog 54 procent. Als samenleving zijn we op een kantelpunt gekomen en lijken de kerken en religie steeds meer in de marge van de moderne samenleving te verdwijnen.

Een aantal veranderingen heeft zich de afgelopen tientallen jaren voorgedaan, zoals secularisering en groeiende diversiteit. Ook is er sprake van de-institutionalisering: mensen schikken zich niet langer naar de traditionele voorschriften van de kerkgemeenschap.

Als we sec kijken naar de kerk als informatiebron voor het doen van familieonderzoek, dan lijkt het nieuws vanuit het CBS niet van belang. Het is immers sinds jaar en dag een kerntaak van onze seculiere overheid om geboorten, huwelijken/partnerschappen en overlijdens op te tekenen.

Genealogen zijn een schakel tussen de generaties. Wil je je werk als genealoog goed doen, dan kan dat – vind ik – alleen als je in de traditie staat of de traditie waarin je wortelt of uit voortkomt goed kunt duiden. Want, zonder context geen goed onderbouwde familiegeschiedenis.

Als ik zo het nieuws van de verdergaande ontkerkelijking op mij in laat werken, moet ik onwillekeurig denken aan al die pastoors, dominees, kapelaans en kosters die door hun meer of minder leesbare handschriften tot op de dag van vandaag kond doen van de scharniermomenten in het leven van de mensen die mijn voorouderlijke geschiedenis vormen. Daarvoor ‘God op onze blote knieën te danken’ is misschien niet meer van deze tijd; een postuum ‘dankjewel’ misstaat evenmin.

(1) Persbericht CBS, 22 oktober 2018