Volgens beschikbare informatie zou het Gemengd koor Christus’ Hemelvaart in de nazomer van 2012 zijn dertigjarig bestaan vieren. Er zijn mensen die zeggen dat dat moment al gepasseerd is, en weer anderen beweren dat het pas voorjaar 2013 zou zijn. Om dat eens goed uit te zoeken ga ik op een van de weinige zomerse avonden van juli te rade bij Christien Peters, lid van het eerste uur. Ook zij moet in eerste instantie het antwoord schuldig blijven. Zij heeft echter de beschikking over het plakboek van het vorig jaar overleden koorlid Riet Willems. Het is een persoonlijk plakboek dat een mooi beeld schetst van het koor over de afgelopen dertig jaar. Uit het plakboek komen “bewijsstukken” voor de dag waaruit blijkt dat het koor is opgericht op 1 april 1982. Al was er ook verwarring bij het koor zelf, want het vijfjarig bestaan werd in 1988 (!) gevierd.
Dertig jaar terug in de tijd: 1982.
Het gaat destijds kennelijk niet zo goed met het mannenkoor van de Hemelvaartkerk. Er zijn nog te weinig heren om dat koor goed in de benen te houden. En zo wordt, met pastoor Van den Hurk als een van de stuwende krachten, het idee opgevat om te kijken of het mannenkoor als basis kan dienen voor een geheel nieuw gemengd koor. De beste aanpak om aan nieuwe leden te komen is de persoonlijke benadering. Het mannenkoor gaat de huizen langs om dames te zoeken voor het nieuw op te richten gemengd koor.
Op een prettige manier samen werken aan perfectie.
Met een twintigtal leden wordt een start gemaakt. De eerste tijd onder leiding van Tiny van Velzen en Jan Lamers. Sinds augustus 1989 hanteert Theo Stouthandel het dirigeerstokje. Wordt er in de beginperiode vooral eenstemmig gezongen, naarmate de jaren vorderen is het steeds meer de vierstemmige mis wat de muzikale klok slaat. “Zelf vind ik de Byzantijnse mis met Nederlandse tekst erg mooi”, zegt Christien, “mooi door zijn eenvoud.” Tijdens de wekelijkse repetitie op dinsdagavond in de Elisabethkerk roept een op het eerste gezicht strenge dirigent “Dadelijk kletsen, nu zingen!”. Maar dat gaat op een toon waaruit een prettige manier van samenwerking blijkt in een gezamenlijk streven naar een zo perfect mogelijke uitvoering.
“Het koor”, aldus Christien, “laat zich karakteriseren door een grote mate van saamhorigheid. De waardering die het koor voor zijn dirigent heeft is erg groot.” Dit komt ondermeer tot uiting in de ruimte die het koor hem biedt om – naast het Gemengd Koor – een ander koor in Nijmegen te leiden. Dit heeft wel tot gevolg dat alleen nog vieringen op zaterdag verzorgd kunnen worden en ook het zingen op kerstavond niet meer tot de mogelijkheden behoort. Nu het kerkbestuur recentelijk heeft besloten om de zaterdagavondvieringen te laten vervallen, is het koor daarmee in een lastig parket gekomen. Want waarom zou je nog repeteren als je geen vieringen meer kunt verzorgen? In samenspraak met de pastoor is er voor de vervallen diensten op zaterdag toch een oplossing. Nu hij immers zaterdagavond voorgaat in de kapel van Maaszicht, kan het koor – zolang de kapel haar functie voor de eredienst behoudt – daar maandelijks een viering verzorgen.
Door het plakboek bladerend zegt Christien: “Wat hebben we allemaal wel niet gedaan? We hebben niet alleen gezongen, maar ook veel gefeest en gelachen om de zelf gemaakte sketches tijdens de jaarlijkse feestavond. Maar ook tranen gelaten bij het overlijden van diverse leden.”
“Dat we nog veel in de Elisabeth mogen zingen…”
Het koor groeide in ledental naar ongeveer vijfenveertig halverwege de jaren ’90. De laatste jaren schommelt het rond de vijfentwintig. De foto’s uit de beginperiode laten “jeugdbeelden” zien. Met een gemiddelde leeftijd van inmiddels zeventig+ en weinig nieuwe leden, is er uiteraard sprake van kwetsbaarheid. Dat besef is niet nieuw. Het koor laat zich daar niet door leiden of afleiden. Het getuigt van een goede instelling, zoals die ook in Matteüs opgetekend staat: “Maak je geen zorgen voor de dag van morgen.” Het koor is en blijft dienstbaar aan de parochie. Zoals in 2007 al gezegd werd: “Weet jij hoelang we het nog volhouden …? Weet je wat: we gaan voor ons volgende jubileum!” Op persoonlijke titel zegt Christien: “Dan hoop ik wel dat we nog veel in de Elisabethkerk mogen zingen”. Echtgenoot Jan die het gesprek op afstand volgt en af en toe aanvult, sluit zich hier volmondig bij aan.
(augustus 2012)