De kans op een ‘koekoekskind’ in uw stamboom (1)

In de natuur staat de koekoek bekend als een vogel met een bijzondere eigenschap: het vrouwtje legt haar eieren in de nesten van andere vogels en laat de jongen door die andere soort verzorgen.
Bij de beoefening van genealogie komen we wel eens de onvriendelijke term ‘koekoekskind’ tegen: een kind waarvan juridische en biologische afstamming niet hetzelfde zijn.

Al jarenlang wordt beweerd, dat tot wel 20% van alle kinderen niet van de man zijn die als hun vader door het leven gaat. Dit blijkt echter een groot misverstand te zijn, zo blijkt uit onderzoek van de universiteit van Liverpool uit 2005. Professor Mark Bellis heeft de gegevens van 33 onderzoeken uit de periode 1950-2004 geanalyseerd. Deze onderzoeken omvatten in totaal meer dan 300.000 geteste, merendeels uit de Westerse wereld afkomstige, personen.
Er lag overigens geen genealogisch motief aan het onderzoek ten grondslag. Doel was om beleidsmakers inzicht te geven in de omvang en verspreiding van deze groep kinderen, met name vanwege de sociale problematiek en de gevolgen voor de volksgezondheid. Toch zijn de uitkomsten van het onderzoek ook voor de genealoog interessant.

Wat in het onderzoek opviel was dat de percentages van bewezen gevallen erg uiteen liepen, van 0,8% tot maar liefst 30%.
Uit de onderzoeken met de hoogste resultaten bleek het in veel gevallen te gaan om situaties waarbij de vader twijfels had over de juistheid van de biologische verwantschap. Van deze groep vaders bleek vaak zo’n kwart niet de vader te zijn en was er reden om te twijfelen en om een vaderschapstest te vragen.
Onderzoeken waarbij mannen zich om andere redenen genetisch laten testen, bijvoorbeeld om te achterhalen of ze een erfelijke ziekte hebben, zijn een betere graadmeter. Dan komt immers als per toeval aan het licht dat ze niet de biologische vader zijn.

Gemiddeld moet zo’n 3,7% van de Europese kinderen het doen met een vader waarmee geen biologische verwantschap bestaat. De jonge leeftijd van de moeder, slechte woonomstandigheden zijn ‘risicoverhogend’. Ook het niet gehuwd zijn is een factor van belang en spelen culturele achter-gronden ook een rol.
Doe er uw voordeel mee als u zichzelf de volgende keer de vraag stelt hoe groot het aantal ‘vreemdelingen’ in uw stamboom zou kunnen zijn? En weet nu dus dat het eerder meevalt dan tegen.

De kans op een ‘koekoekskind’ in uw stamboom (2)

Iedere stamboom zal ze hebben. Een of meer kinderen waarvan de juridische en biologische vader niet dezelfde persoon blijken te zijn. Zo’n kind wordt dan wel eens aangeduid met de onvriendelijke term ‘koekoekskind’, genoemd naar het gedrag van de koekoek die eieren legt in het nest van een andere vogel.
Uit de vergelijking van tal van onderzoeken was in 2005 door de Universiteit van Liverpool vastgesteld, dat gemiddeld zo’n 3,7% van de Europese kinderen het moet doen met een vader waarmee geen biologische verwantschap bestaat. Zie daarvoor het artikel in mededelingenblad 58 van november 2011.

Recent zag ik op internet een interview met de Vlaming Maarten Larmuseau. Hij is wetenschappelijk onderzoeker aan de KU Leuven en gespecialiseerd in genetische genealogie. Hij is internationaal bekend door zijn onderzoek naar de historische graad aan buitenechtelijke kinderen, de zogenaamde koekoeksgraad.
Mijn groot nonkel was enorm geïnteresseerd in genealogie, maar op een gegeven moment is hij ermee gestopt omdat hij in de pers had gehoord dat 10% van de kinderen een andere vader bleek te hebben dan eigenlijk juridisch werd aangegeven. Hij had dan het idee opgevat, dat als dat 10% per generatie betreft, dan hoef je maar een paar generaties terug te gaan om er zeker van te zijn dat die stamboom niet klopt.

Vele jaren later heeft Larmuseau – samen met collega’s – de samenstelling van tal van familie gereconstrueerd over een periode van vier eeuwen. Daarbij zijn binnen de families de lijnen naar levende mannelijke nakomelingen gevolgd en de Y-chromosomen hiervan vergeleken. De Y-chromosoom wordt immers in vrijwel identieke vorm doorgegeven van vaders op zonen. Daaruit zou dan ook moeten volgen, dat mannen met dezelfde familienaam ook hetzelfde Y-chromosoom zouden moeten hebben.

Uit de vergelijking kwam naar voren, dat ongeveer 1% van de kinderen per generatie kans heeft dat de vader die aangegeven staat als wettelijke vader niet de biologische is. Er zijn volgens Larmuseau nog geen concrete cijfers, maar de eerste gegevens tonen aan dat het percentage voor Nederland niet heel afwijkend zal zijn.
Samen met Familiekunde Vlaanderen wordt de komende jaren een nieuw project opgezet om meer inzicht te krijgen of er perioden en plaatsen zijn waar koekoekskinderen meer voor kwamen of niet. Wordt dus vervolgd.

De kans op een ‘koekoekskind’ in uw stamboom (3)

In tijden waarin ‘alternative facts’ en ‘fake news’ meer norm dan incident lijken, is het een verademing om ook nieuws te mogen lezen dat gestoeld is op gedegen wetenschappelijk onderzoek.
Ik heb al eerder – in 2011 en 2016 – twee kleine artikeltjes geschreven over zogeheten ‘koekoekskinderen’ in de stamboom. Oftewel de kans dat in de stamboom of kwartierstaat mensen zitten waarvan de juridische en biologische afstamming niet hetzelfde zijn.
In 2005 had een groot vergelijkend onderzoek al uitgewezen dat het ‘alternative fact’ of bewering dat tot wel 20% van alle kinderen niet van man zijn die als hun vader door het leven gaat naar het land der fabelen verwezen. Het ging daarbij uiteindelijk om een percentage van circa 3,7%.
In België doet Maarten Larmuseau al vele jaren onderzoek aan de universiteit van Leuven op het snijvlak van genetica en genealogie. Op basis van reconstructies van tal van Vlaamse families over een periode van vier eeuwen kon – bij de vergelijking van DNA en de gegevens in de stambomen – vastgesteld worden, dat ongeveer 1% van de kinderen per generatie kans heeft dat de vader die aangegeven staat als wettelijke vader niet de biologische.  Hij sprak toen – op basis van voorlopig onderzoek – de verwachting uit dat dit voor Nederland waarschijnlijk een zelfde beeld zou opleveren.
In juli 2017 werden de resultaten voor Nederland gepresenteerd in de American Journal of Human Biology. Het Neder-landse beeld is zowat identiek aan het beeld in Vlaanderen: slechts ongeveer 1 procent van de Nederlanders is een kind waarvan de biologische vader een ander is dan de juridische. Om die conclusie te kunnen trekken zijn de stambomen van willekeurige Nederlanders indringend geanalyseerd over een periode van 400 jaar en vergeleken met DNA-materiaal van nu nog levende personen.
De wetenschappelijk onderbouwde resultaten staan haaks op de algemeen heersende opvatting in biologische kringen die uitgaat van een strategie bij vrouwen die via een affaire op zoek gaan naar ‘sterke genen’ bij een andere man dan hun eigen partner, die vervolgens niets vermoedend ‘het product van de affaire’ opvoedt als zijn eigen kind.
Opvallend is verder dat de sociaal-economische of religieuze verschillen tussen Nederland en Vlaanderen geen significante invloed op de uitkomsten hebben. Hoe belangwekkend de resultaten tot nu toe ook mogen zijn, voor Larmuseau en zijn team gaat het eigenlijk nog maar om ‘bijzaken’. Wel maken de vergelijkbare uitkomsten het mogelijk om een verdiepingsslag te maken. Meer interessant is dan ook het antwoord op de vraag of er in bepaalde historische periodes en maatschappelijke omstandig-heden meer buitenechtelijke kinderen werden geboren.
Die vraag wordt – met hulp van 1.000 Vlaamse en Nederlandse koppels – de komende tijd voor Vlaanderen en Nederland samen onderzocht.