“Barmhartig zijn is mensen geen lasten opleggen, die je zelf niet kunt dragen”
In gesprek met emeritus Jac. Janssen
Zaterdag 6 februari, de zaterdag voor de carnaval. Hoewel het die ochtend flink waait, is het mooi en droog weer. Er staat een afspraak in mijn agenda met pastor Jacques Janssen. Fietsend over de oude Maasdijk geniet ik van een mooi uitzicht op de herstelde natuur in en rond de oude Maasarm bij ‘het eiland’ Keent.
Het is half tien als ik mij aandien aan de Waterstraat in Herpen. De deur zwaait open en pastor Janssen begroet mij hartelijk.
Bij binnenkomst in de huiskamer valt op dat, net als vroeger in de pastorie aan de Dr. Wierstraat, ook nu de nodige boeken en klappers op tafel liggen. Het zijn de tekenen van – wat de pastor aan het einde van het gesprek duidt – een niet te stuiten drang om te lezen en te studeren. “Ik ben wat dit betreft onverzadigbaar, heerlijk.”
Historische belangstelling en kennis om te delen
Wat ook meteen in het oog springt zijn de vele oude prenten die ter hoogte van de tafel aan de muur hangen.
Het zijn oude dorpsgezichten, veelal kerken uit de zestiende, zeventiende eeuw van diverse plaatsen; niet zomaar schetsen, tezamen vormen ze ‘n snoer van plaatsen die ‘n rol spelen in zijn persoonlijke leven.
Zijn historische interesse en kennis deelt hij en passant, als hij wijst op een afbeelding van een van de kerken: “Die tekening moet gemaakt zijn in de periode dat Brabant Generaliteitsland was. Kijk maar, de kerk is helemaal overwoekerd met begroeiing en in verval geraakt. ” (De Staatse overheersing verdrijft dan katholieken uit hun kerken en gedoogt enkel nog dat zij hun geloof in het geheim belijden en vieren.)
Vervolgens legt hij een link naar heden, ook nu zijn er kerken in verval en worden ze figuurlijk overwoekerd, maar nu door een gebrek aan geloofsleven.
‘Meegegaan in de mystiek van de kerk volgt echte reflectie en ontwikkeling pas later’
Pastor Janssen is op 24 februari 1936 geboren in Merselo, een kerkdorp bij Venray. Het is op twaalfjarige leeftijd dat – door het voorbeeld van kapelaan Op de Kamp – het besef komt dat hij wil meedoen in de wereld van de Kerk. De mystiek van de kerk en de sfeer heeft een aantrekkingskracht die hem maar niet loslaat. “Daarin ben ik meegegaan, echte reflectie en ontwikkeling vindt pas later plaats.”
Het sluit naadloos aan bij de tijd van zijn opvoeding. “Ach jong, daar weten we allemaal niks van”, zegt zijn moeder als er vragen gesteld worden. “Zonder te oordelen, ingrijpende gebeurtenissen in het gezin worden niet vermeden, maar het grote Godsvertrouwen – dingen gebeuren nu eenmaal in het leven – staat wel in de weg om er zelf woorden eraan te geven.”
“Theologie, vergeef me dat ik dat zeg, is toen voor een groot deel langs me heen gegaan.” Toenmalig professor Van Rijen heeft later een grote invloed op pastor Janssen, als deze hem in aanraking brengt met de Oosterse kerkvaders. “Daar verstond ik de intimiteit met God en daar leef ik nog van.”
Als missionaris naar de Filippijnen uit een vorm van gehoorzaamheid
Het is eerste helft jaren ’60 als de leiding van zijn orde, de Missionarissen van het Heilig Hart, pastor Janssen naar de Filippijnen uitzendt. Eerdere voorstellen om een lerarenopleiding Frans en Engels te volgen of liturgie te gaan studeren in Rome of Parijs verdwijnen om onduidelijke redenen naar de achtergrond. “Ik heb toen ja gezegd tegen de Filippijnen, maar het was niet helemaal naar mijn zin, meer een vorm van gehoorzaamheid.”
De reis gaat – met tussenstops in Port Said en Singapore – per boot. Om te wennen aan het tropenklimaat, maar vooral ook om voldoende tijd te kunnen nemen voor het afscheid van het vertrouwde Nederland en de emoties die gepaard gaan met een reis naar een compleet onbekende plek elders ter wereld.
De missionaris reist op een tijdelijk visum, afgegeven door de Filippijnse consul in Rotterdam en niet de ambassadeur in Scheveningen. Tijdens de reis wordt duidelijk, dat het niet mogelijk is om het tijdelijke visum na aankomst op de Filippijnen om te zetten naar een permanent visum. Er moet daarvoor dus tijdens de reis een oplossing worden gevonden. In Hong Kong krijgt het paspoort de juiste stempels en wordt het laatste deel van de reis per lijnvlucht worden afgelegd.
Bij aankomst in Manilla blijkt de oorspronkelijke opdracht inmiddels twee keer veranderd! “Dat aanvaardde je.” Als ik aangeef dat je zo toch niet met mensen om mag gaan, bevestigt pastor Janssen dat met zijn kenmerkende “Precies!” In die tijd was de overste echter simpelweg de baas, geen discussie mogelijk.
“Ik gaf Latijn en Grieks, was verantwoordelijk voor de ontwikkeling van sport op school, heb er het voetbal geïntroduceerd en ook veel aan basketball gedaan.”
Vanwege het grote aanbod aan leerlingen voor het kleinseminarie besluit men van lieverlee alleen de leerlingen, waarvan men inschat dat ze later leiding kunnen geven in de lokale gemeenschap, op school toe te laten.
En om beter de orde te houden binnen het kleinseminarie, voert hij ook een nieuwe groepsindeling in, veel meer dan voorheen naar leeftijd. Waar voorheen door het grote leeftijdsverschil binnen de groepen regelmatig sprake is van onwenselijk gedrag is dat nadien vele malen minder.
‘Geen cultuur waarin ik kon aarden’
Naarmate de tijd voortschrijdt, wordt het pastor Janssen duidelijk, dat de Filippijnen niet zijn bestemming is.
De culturele verschillen zijn groot, in het geloofsleven blijkt de kloof evenwel nog veel groter. De Kerk is misschien wel volop aanwezig, zorgt voor goed onderwijs et cetera. Het merendeel van de studenten hecht, zo blijkt, namelijk nog heel erg aan het oude, lokale geloof in krachten en geesten. “Voor mij was dat schokkend, maar het was wel de wereld van de mensen te midden van wie ik woonde en werkte. Het bleek meer en meer niet mijn wereld te zijn, niet de cultuur waarin ik kon aarden. Reden voor mij om na zeven jaar te besluiten terug te keren naar Nederland.”
In 2006 nog eenmaal terug als afsluiting en bevestiging
“In 2006, nadat ik met emeritaat was gegaan, heb ik de Filippijnen nog eenmaal bezocht. Dat was goed als afsluiting en tevens de bevestiging dat mijn keuze van ruim vijfendertig jaar daarvoor de juiste is geweest.”
Het is een ontmoeting met circa zestig oud-studenten. “Ik ben er hartelijk en muzikaal ontvangen. Men had voor mij diverse suites ingestudeerd van componisten uit de achttiende eeuw.”
Terug in Nederland is het opnieuw acclimatiseren
In 1970, na zijn terugkeer in Nederland, moet pastor Janssen opnieuw acclimatiseren.
Dit keer niet vanwege het klimaat, maar vanwege de ommezwaai van het Tweede Vaticaans Concilie die aan hem voorbij is gegaan. De Kerk van 1970 is een geheel andere dan bij zijn vertrek naar de Filippijnen.
Zelf heeft hij ook een persoonlijke beweging gemaakt. Voor de gehoorzaamheid van begin jaren ’60 is het streven naar meer ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en zelfstandigheid in de plaats gekomen.
Hoewel pastor Janssen in die tijd zijn kerkelijke draai weet te vinden, komt op een gegeven moment ook het besef van het alleen in het leven staan. “Wil ik dat wel of niet?” Veel steun mag hij daarbij ondervinden van toenmalig bisschop Bluijssen die hem zeer welwillend is in het vinden van een uitweg. De rest is in zekere zin historie, want – zoals hiervoor al aangegeven – is pastor Janssen zijn roeping trouw gebleven.
Pastor, herder, voorganger
Pastor Janssen, hoewel al sinds 2006 met emeritaat, is nog steeds actief als voorganger. In 2007 wordt hem gevraagd om voor te gaan in de parochies Berghem, Haren, Macharen en Megen. Zoals de pastor hetzelf formuleert: “Ik ben op dat verzoek ingegaan.” Ook in Grave wordt nog steeds dankbaar gebruik gemaakt van zijn bereidheid om – als het eigen rooster ‘t toelaat – voor te gaan.
Nu maakt hij deel uit van het pastoraal team van de parochies Lithoijen, Oijen en Teeffelen. “De parochianen zijn zich ervan bewust dat de toekomst van de parochie ook van henzelf afhangt. De inzet is groot, dat maakt het voorgaan en de samenwerking ook zo fijn.”
In de tijd dat pastor Janssen in Geldrop voorgaat heeft hij geleerd niet meer in het centrum te staan. Hij realiseert zich dat dit op gespannen voet staat met wat tegenwoordig van priesters gevraagd wordt. “Het goede leven wordt voorgeleefd en blijvende viering van de liturgie is belangrijk. Dat is niet afhankelijk van een ambt. Het ambt is een dienst en niet voorbehouden aan mensen. Gewijd of ongewijd is mij om het even.”
Ik kaart de tijd aan waarin ik lid van het parochiebestuur ben geweest. Dat is een tijd waarbij de lastige verhouding tussen de twee parochiewijken ook sterk doorwerkt in het parochiebestuur.
“Ik ben pastor geworden in Grave, daarvoor was ik dat nog niet. Ik zag het als mijn taak om perspectief te bieden en ruimte te geven aan verschillen. Dat is de kern van mijn werk geweest.” Om te vervolgen met: “Anderen de ruimte ontzeggen om zich te kunnen ontwikkelen, is een doodlopende weg. Na jou, hun ontwikkeling moet het ook door.” Parochianen dragen hun eigen geloofsgemeenschap en kerk.
“Barmhartig zijn is mensen geen lasten opleggen, die je zelf niet kunt dragen.”
Op 8 december 2015 is het door paus Franciscus afgekondigde Heilig Jaar van de Barmhartigheid van start gegaan. Met dit bijzondere jaar wordt stilgestaan bij de afsluiting van het Tweede Vaticaans Concilie van vijftig jaar geleden.
De pauselijke bul met de afkondiging van het Heilig Jaar ligt op tafel om – hoe kan het ook anders – bestudeerd te worden. “Er wordt duidelijk teruggegrepen op de beweging en schwung van vijftig jaar geleden.” Net als toen worden nu letterlijk deuren van kerken geopend, en wordt een oproep gedaan om barmhartigheid te gebruiken in plaats van de wapens van de strengheid aan te leggen.
“Barmhartig zijn is mensen geen lasten opleggen, die je zelf niet kunt dragen.” Of zoals Jezus het in de Bergrede vrij vertaald zegt: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. “Anderen gunnen zichzelf te zijn. Anderen niet veroordelen of marginaliseren. Wie ben ik om in de weg te staan aan de ontwikkeling van een ander.”
Een val en vervolgens in een soort niemandsland, dat raakt iemand…
Op zaterdag 19 december 2015 staat pastor Janssen ingeroosterd om voor te gaan in Lithoijen. Vlak voor het verlaten van zijn huis wordt het opstaande randje, waarin de mat achter de voordeur ligt verzonken, over het hoofd gezien. De rechterschoen haakt erachter en – in nog minder dan een tel – komt pastor Janssen ongelukkig ten val. De pijnscheut in zijn heup doet meteen het ergste vermoeden, maar liggend op de grond kan hij op dat moment geen kant op.
Een met pijn gepaarde krachtsinspanning maakt, dat pastor Janssen zittend op de trap kan komen. Van daaruit gaat het stapje voor stapje richting huiskamer. Zittend op een stoel, schuivend over de vloer komt de telefoon binnen handbereik en weet pastor Jansen de buurvrouw telefonisch te bereiken. De pijn is geen goed teken, als echter ook zelf vastgesteld wordt dat voet en been scheef staan, is de komst van een ambulance onvermijdelijk.
Dezelfde avond nog maakt men in ziekenhuis Bernhove in Uden röntgenfoto’s. “Een perfecte breuk”, aldus de dokter. Geluk bij een ongeluk dat alleen de kop van het heupbeen is afgebroken en het heupbeen zelf breuk-vrij blijkt. Zondag 20 december vindt de operatie plaats waarbij men een metalen heupkop plaatst. De eerste dagen na de ziekenhuisopname verblijft pastor Janssen in Catharinahof om daarna tijdelijk onderdak te krijgen in zorgcentrum Maasland te Herpen.
Als je weet, dat het zorgcentrum letterlijk op steenworp afstand van de eigen woning ligt, is de wens om snel weer in de eigen vertrouwde omgeving te kunnen zijn een goede stimulans bij het revalidatieproces.
Hoewel de fysieke revalidatie gestaag vordert zegt pastor Janssen “Kerst heb ik niet gevierd, ik heb door mijn handicap weken niet dat kunnen doen wat ik gewoon was te doen. Ik ben in een soort niemandsland geweest en dat heeft me mentaal geraakt.”
‘Dankbaarheid om het leven’
Het is bijna twaalf uur en tijd voor pastor Janssen om in zorgcentrum Maasland van het middagmaal te gebruiken.
We ronden het gesprek af met een vooruitblik naar de tachtigste verjaardag op 24 februari. Die wordt dit jaar om begrijpelijke redenen in kleine kring gevierd. Ik vraag pastor Janssen welk gevoel hij heeft bij deze bijzondere verjaardag. “Ik ben eigenlijk nog niet toe aan een reflectie daarop vanwege het gehandicapt raken, zo kort geleden”, antwoordt hij. Dan is het even stil. “Ik word inderdaad tachtig, ben blij dat ik zo oud heb mogen worden. Dat heeft er soms niet naar uitgezien.”
Met een verwijzing naar de langdurige ziekenhuisopname in de beginperiode van Grave waarbij het leven van de pastor lange tijd aan een zijden draad hangt, vervolgt pastor Janssen: “Dankbaarheid om het leven is voor mij erg groot. Dat heb ik sinds de intensive care.”
Met deze indrukwekkende woorden ronden we het gesprek af. We keuvelen nog kort na, ik schiet nog enkele foto’s voor het artikel. Een daarvan is die van de verzameling (boeken)tassen in de hoek van de kamer, kenmerkend voor pastor Janssen.
Uiteraard wens ik hem een fijne verjaardag, een ononderbroken herstel en nog minstens tien jaar goede gezondheid om al die studies te kunnen doen die nog op het verlanglijstje staan!
(februari 2016)