In de laatste weken van het afgelopen schooljaar had mijn zoon Thomas een afsluitende toetsweek. Bij geschiedenis ging de toets over ‘Het koninkrijk der Nederlanden’ in de 19e eeuw.
Uiteraard kwam daarin ook het jaar 1848 voor, een belangrijk jaar omdat koning Willem II over een nacht (toch) bereid blijkt regeringsmacht af te staan aan het parlement. Niet dat hij, evenmin als zijn vader Willem I, zo democratisch is ingesteld. Nee, beiden stellen zich op als absolute vorsten. Maar omdat door heel Europa revolutionaire krachten rondwaren, is het Willem II wel wat waard om aan de troon te kunnen vasthouden.
In 1848 wordt ook de basis gelegd voor een nieuw verkiezingssysteem. Van echte democratie is nog geen sprake, het kiesrecht is voorbehouden aan mannen die voldoende belasting betalen, het zogeheten censuskiesrecht. In 1887 leidt een herziening van de Grondwet tot stemrecht voor grote(re) groepen. Het duurt echter nog tot 1917 voordat alle mannen kiesrecht hebben. Vrouwen moeten nog twee jaar wachten, zij krijgen pas in 1919 stemrecht al kunnen ze in 1917 al wel gekozen worden.
In archieven van diverse gemeenten komen nog kieslijsten voor uit de 19e eeuw. Die geven een mooie doorsnede van de samenleving van toen. Hadden uw voorouders of andere verre verwanten kiesrecht? En zo ja, wanneer? Interessant om te weten omdat het, naast bijvoorbeeld informatie uit kadaster en memories van successie, inzicht geeft op welke trede zij staan op de maatschappelijke ladder van die tijd.
Dit jaar zijn er in Nederland twee verkiezingen gehouden. Daarbij is driftig gediscussieerd of een kiezer wel of niet een stemfie mag maken, een selfie in het stemhokje met het ingevulde stembiljet in de hand. Is hier geen sprake van schending van het stemgeheim? De rechter is er aan te pas gekomen om vast te stellen dat het maken van een stemfie niet bij wet verboden is…
Hoe ging dat dan vroeger allemaal in zijn werk op het stembureau? Hoe verliepen verkiezingen in vroeger tijd? Pas in 1983 (!) is het beginsel het beginsel van de geheime stemming in de Grondwet opgenomen. Vóór 1848 is van een geheime stemming in het geheel geen sprake. In die jaren haalt de burgemeester de ondertekende stembriefjes bij de kiezers thuis op. In 1850 wordt de stembus ingevoerd, maar ook nu vult de kiesgerechtigde het stembiljet nog steeds thuis in en levert het op het stembureau in. Doorgaans is dit in het gemeentehuis gevestigd, maar soms ook in een herberg. Pas vanaf 1896 wordt het verplicht om het stembiljet in het stemlokaal in te vullen.
Als je dat leest, kun je eigenlijk vaststellen dat de stemfie van vandaag meer raakvlakken heeft met het verleden dan op het eerste gezicht lijkt. Sterker nog, de multimediale mogelijkheden die er zijn zullen er onvermijdelijk toe leiden dat in de toekomst, net als in de 19e eeuw, thuis gestemd kan worden. Lopen we zelfs op dit punt meer in de voetsporen van onze voorouders dan gedacht.